Groente koken

Welke groente je ook neemt in de Surinaamse keuken, ze worden niet gekookt in een pan vol water. De meeste groenten worden gesmoord in een beetje water met een half bouillonbokje erin. Eerst een half uitje bakken, dan de groenten erbij en het water plus bouillonblokje.

Met welke groenten kun je dat doen? Met allerlei bladgroenten: klaroen, tajerblad, bitawiri, gomawiri, amsoi, paksoi, kaisoi, spitskool, etc. De hoeveelheid aanhangend water na het wassen van de groenten is voldoende. Meestal is het dan nog nodig op een hoog vuur het in te koken.
Peulvruchten zoals kouseband eerst aan kleine stukjes snijden. Ook hier is vaak het aanhangend water voldoende.
Komkommer- en pompoenachtigen, zoals pompoen, pu en sukwa, en verder boulanger (aubergine) moeten in blokjes worden gesneden. Eerst schillen; alleen voor boulanger is dat niet per sé nodig. De groenten laten voldoende vocht los, zodat water toevoegen ook niet nodig is.
Bij bittere groenten, zoals antroewa suiker toevoegen. Voor sopropo, zie het recept voor gevulde sopropo.

Variaties:

  • Laat gedroogde garnalen weken en voeg ze toe aan de kokende groenten.
  • Voeg laos toe.
  • Smoor de groeten in wat kokosmelk.
  • Ook kleine stukjes lever of kippenhart door de groenten kunnen erg lekker zijn.

Klik hier voor Receptenindex

Klik hier voor Reageren, vragen stellen